Snelcursus

In genrestukken wordt meestal een heel verhaal verteld. Maar hoe lees je zo’n verhaal? Let op de volgende punten.

1. De setting
Wat is de setting van de gebeurtenis? Zijn we in een burgerwoning, in een herberg of in een boerderijtje?

2. De outfits
Wat voor kleding dragen de personages? Zijn ze rijk of schamel gekleed, degelijk of een beetje bloot?

3. De voorwerpen
Hebben ze voorwerpen bij zich die iets zeggen over hun karakter, beroep of bezigheid?

4. De blikken
Hoe zijn hun gezichtsuitdrukkingen? Kijken ze vrolijk, verdrietig of vragend? Wie kijkt er naar wie? Hoe verloopt de interactie?

5. De symboliek
Zijn er verborgen boodschappen? Sommige voorwerpen kunnen een dubbele betekenis hebben. En ook een schilderij in het schilderij kan heel verhelderend zijn.

  •